123Wonen Alkmaar verleent expertise over de huurmarkt in de regio

In het Noordhollands Dagblad van 22 mei 2018 is een artikel verschenen waarin Martin Houtzager van 123Wonen Alkmaar zijn expertise verleent over de huurmarkt in de regio. Lees het hele artikel hieronder!

Particuliere beleggers met geld kopen steeds vaker een tweede huis voor de verhuur

Balans in de huurmarkt is zoek

>Vervolg voorpagina Alkmaar
De schaarste laat zich bovenal voelen in de goedkopere regionen: woningen met een huur tussen de 700 en 1000 euro. In die categorie is er praktisch niets. ,,Geef me tien van die huizen en ik ben ze in drie dagen kwijt’’, aldus Martin Houtzager, werkzaam bij 123Wonen. Dat is ook de ervaring van Nancey Mol, eigenaar van Woonhuyz. ,,Probeer maar eens een huis te vinden tot 850 euro huur. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg,’’ legt ze uit. Huurwoningen worden los gezien van de reguliere beleggers, steeds vaker aangeboden door particulieren die geld over hebben. Ze zetten hun spaargeld of erfenis in voor de aankoop van een huis om het vervolgens te verhuren. Die keuze houdt onder meer verband met de lage rente en de schaarste op de huurmarkt. Houtzager: ,,Laatst heb ik een particuliere belegger van 25 jaar begeleid bij het afsluiten van een hypotheek voor een huis. Het appartement dat hij kocht is binnen een week verhuurd aan een expat met een rendement van 6 procent.’’ De concurrentie op de huurmarkt is groot. Ook makelaars proberen steeds vaker een graantje mee te pikken, is de ervaring van Houtzager die sinds twee jaar in dit gebied werkt. Het grote verschil tussen makelaars en de reguliere verhuurbedrijven: makelaars willen liever verkopen dan verhuren omdat ‘ze aan verkoop meer verdienen’, aldus Houtzager die recentelijk in Bergen een woning heeft verhuurd met een maandprijs van 3800 euro.

Meer in balans
Vijf jaar geleden was de markt ‘meer in balans’, meent Mol. In die periode hadden corporaties nog woningen uit het middensegment (700-1000 euro huur) in het bezit. Voor een deel zijn deze huizen verkocht toen de overheid dit in 2017 goedkeurde. Het gevolg was onder meer dat corporatie Woonwaard in een keer 300 huurwoningen aan een belegger verkocht. Mol: ,,Wat je ziet is dat beleggers ieder jaar een flinke huurstijging doorberekenen. Vijf procent is geen uitzondering. Bij een huur van 1000 euro bruto, komt daar maandelijks vijftig euro bij. Dat is veel geld.’’

Mol is vijf jaar geleden met verhuurbemiddeling begonnen via haar bedrijf Woonhuyz. Daarvoor werkte ze voor een grote woningbouwvereniging. De stijging van de huurprijzen in de vrije sector is wat Mol betreft uit de hand gelopen. Met als voornaamste oorzaak ‘geschreeuw van makelaars over krapte’. En dat terwijl er een goed meetinstrument is: een puntensysteem (woningwaarderingsstelsel) waarmee de huurprijs van een woning te becijferen is. Onder de 710,68 euro, de huursubsidiegrens, is een dergelijk puntensysteem verplicht. Voor de vrije sector geldt zoiets niet. Met als gevolg dat ‘er gemakkelijk is te overvragen’. Inschrijven als woningzoekende, bij Mol op de wachtlijst, die mogelijkheid biedt Woonhuyz niet. ,,Daarvoor is de markt te hectisch. Vergeet bovendien niet dat de verhuurder de opdrachtgever is. Als ik woningzoekenden op de wachtlijst ga zetten, worden er verwachtingen gewekt die ik niet altijd kan waarmaken.’’